Het klinkt vreemd, maar dat is het niet: Hulpfonds Nunspeet wil zo snel mogelijk van haar geld af. Om te zeggen dat de pecunia tegen de plinten klotsen, gaat wat ver. Feit is dat de kas goed gevuld is. Waarom komt niemand het ophalen?
Vorig jaar waren er grote zorgen over de ‘nieuwe’ armen in Nunspeet, als gevolg van de energiecrisis. De stichting Hulpfonds Nunspeet werd in het leven geroepen om uitkomst te bieden. Nieuwe laptop voor een dochter die naar de brugklas gaat? Geen geld om de energierekening te betalen of is de zo belangrijke fiets om naar het werk te komen kaduuk? Het Hulpfonds schiet te hulp. Niet dat inwoners zomaar een fonkelnieuwe fiets krijgen, maar de rekening van de fietsenmaker wordt, mits je aan bepaalde voorwaarden voldoet, door de stichting opgepakt.
Althans, dat was de gedachte achter de stichting die eind vorig jaar werd opgericht. Opvallend aan het initiatief is dat het niet uit de koker van de gemeente kwam, maar opgezet is vanuit de samenleving. Zo zijn partijen als Stichting Kringloopcentrum de Cirkel, Stichting Verborgen Armoede Nunspeet, Stichting Voedselhulp Nunspeet en Diaconaal Platform aangesloten.
Mooi bedrag
Sinds het fonds werd opgericht, hebben zowel Nunspeet als lokale bedrijven behoorlijk wat geld in de pot gestort. Momenteel staat de teller op dik 150.000 euro. Dat lijkt een mooi bedrag om de circa 700 gezinnen te helpen die in de gemeente Nunspeet op of onder de armoedegrens leven. Maar de werkelijkheid is genuanceerder verzekert Egbert Ribberink, voorzitter van het fonds.
“Op dit moment zijn er zo’n 100 aanvragen binnengekomen, maar is slecht 17.000 euro uitgegeven aan gehonoreerde aanvragen. Met andere woorden, er is nog veel meer mogelijk, maar we hebben te weinig aanvragen uit de doelgroep.”
Hoe dat komt? Raadslid Corrie Jansen van Gemeentebelang zei bij de oprichting van de stichting, waar ze bij betrokken was, al dat het mogelijk komt door de Veluwse mentaliteit. Het was reden een andere naam te bedenken voor het fonds, dat aanvankelijk Noodfonds heette. “Daarom hebben we het veranderd in Hulpfonds,” zei Jansen eerder.
Schaamte of trots?
“Of dit schaamte, trots, onwetendheid of misschien gewenning is, weten we niet. Het speelt allemaal mee,” denkt Ribberink. “Er is misschien ook een component wantrouwen. Mensen met een buitenlandse achtergrond hebben soms zo’n moeite gehad met hun overheid, dat ze absoluut geen geld willen aannemen, hoewel we geen overheidsinstantie zijn. Maar die angst zit zo diepgeworteld bij mensen, dat ze niet bij ons aankloppen.”
Mensen die geen aanspraak kunnen maken op financiële vangnetten van de overheid, maar wél in de problemen komen, kunnen terecht bij het Hulpfonds. “Als ze bekend zijn bij voedselhulp of Stichting Verborgen Armoede”, weet Ribberink.
Het Hulpfonds roept vooral hulpverleners, bewindvoerders en zorgorganisaties op hun cliënten aan te melden. “Omdat zij goed weten wat nodig is. Aanvragen kunnen worden gedaan via onze website.” Uiteindelijk kunnen mensen door het fonds echt geholpen worden, verzekert Ribberink. En het geld is voorradig. Sterker, verzucht de voorzitter: “Ik wou dat het op was.”
Bron: De Stentor